Studenten moeten worden aangegeven bij de RSZ. De werkgever is bijgevolg verplicht sociale zekerheidsbijdragen in te houden en werkgeversbijdragen te betalen.
Er is maar een beperkte “solidariteitsbijdrage” aan de RSZ verschuldigd voor zover de student tewerkgesteld wordt:
- met een studentenovereenkomst;
- gedurende maximum 475 uren per kalenderjaar;
- gedurende de periodes van niet verplichte aanwezigheid in de onderwijsinstellingen.
De beperkte solidariteitsbijdrage bedraagt 8,13% en bestaat uit een werkgeversbijdrage van 5,42% en een werknemersbijdrage van 2,71%. De werkgever is daarnaast ook een bijzondere bijdrage van 0,01% ten voordele van het Asbestfonds verschuldigd.
De RSZ heeft in haar laatste administratieve instructies een belangrijke voorwaarde toegevoegd voor de werkgever in verband met het tewerkstellen van een student met toepassing van deze solidariteitsbijdrage.
De werkgever die iemand bij de RSZ wil aangeven met toepassing van de solidariteitsbijdrage moet zich ervan vergewissen dat die persoon effectief student is.
De werkgever mag dat doen met alle middelen, maar louter een verklaring op eer van de student zal door de RSZ niet als voldoende bewijs aanvaard worden. De werkgever moet minstens aan de student een bewijs van inschrijving vragen van een (hoge)school of universiteit voor het lopende school- of academiejaar. Hij moet deze gegevens niet spontaan aan de RSZ bezorgen, maar ze ter beschikking houden voor het geval erom gevraagd wordt.
Opgelet: bovenstaande staat in de voorlopige instructies van de RSZ. Wij houden u op de hoogte, indien er toch een verschil zou zijn met de definitieve instructies.
Bron: Voorlopige administratieve instructies RSZ.