Zoals u weet, is er een regeling dat de uren die een student presteert in het tweede kwartaal 2020 niet meetellen voor het contingent van 475 uren studentenarbeid per kalenderjaar. Op deze manier kunnen jobstudenten worden ingezet om de door de coronacrisis verhoogde werkdruk in bepaalde sectoren te helpen verlichten.
Dit wil concreet zeggen dat studenten in het tweede kwartaal 2020 tewerkgesteld kunnen worden met toepassing van de solidariteitsbijdrage zonder dat de in dit kwartaal gepresteerde uren afgetrokken worden van het saldo van 475 uren. Enkel de in het eerste, derde en vierde kwartaal 2020 gewerkte uren worden in mindering gebracht van het contingent. Om deze maatregel te ondersteunen, diende de voormelde uitbreiding van het aantal uren studentenarbeid ook op het vlak van bedrijfsvoorheffing door te werken.
Op 26 mei 2020 is er daarom in het Belgisch Staatsblad een KB verschenen dat stelt dat er geen bedrijfsvoorheffing is verschuldigd op de bezoldigingen voor de uren die een student presteert in het tweede kwartaal 2020 en die niet meetellen voor het contingent.
Het KB heeft uitwerking vanaf 1 april 2020.
Bron: KB van 18 mei 2020 tot wijziging van de bijlage III van het KB/WIB 92 op het stuk van de bedrijfsvoorheffing op bezoldigingen voor studentenarbeid, B.S. 26 mei 2020.