De referentie-CO2-uitstoot is één van de bepalende factoren voor de berekening van het belastbaar voordeel van alle aard, verbonden aan het privégebruik van de bedrijfswagen.
De wetgever heeft bepaald dat het belastbaar voordeel van alle aard voor de bedrijfswagen niet meer zal kunnen dalen.
Hoe was het vroeger?
De berekening van het voordeel van alle aard voor het privégebruik van de bedrijfswagen werd berekend door een specifieke formule. Daarbij werd een CO2-coëfficiënt op 6/7de van de cataloguswaarde van de wagen toegepast en vervolgens werd een correctie gemaakt in functie van de ouderdom van de wagen.
Jaarlijks werd de CO2-referentie-uitstoot herzien en berekend in functie van de gemiddelde CO2-uitstoot van de nieuwe wagens waardoor de CO2-referentie-uitstoot meestal steeg.
Door de stijging van de CO2-referentie-uitstoot daalde het belastbaar voordeel van de bedrijfswagen zodat de werknemer netto meer overhield.
Verandering?
Vanaf 2021 zal de CO2-referentie-uitstoot worden begrensd. De referentiewaarden van het betrokken jaar zullen niet hoger mogen zijn dan deze van het voorafgaande jaar.
Jaarlijks zal de CO2-referentie-uitstoot nog worden berekend. Enkel wanneer het resultaat lager is dan de referentiewaarden van het voorgaande jaar, zal de nieuwe CO2-referentie-uitstoot worden toegepast. Wanneer het resultaat hoger is, zal men de CO2-referentie-uitstootwaarden van het voorgaande jaar hanteren.
De CO2-referentie-uitstootwaarden die gelden vanaf 1 januari 2021 vormen bijgevolg de maximumgrens.
De CO2-referentie-uitstootwaarden die van toepassing worden in 2022 zal men berekenen eind 2021 en zal men moeten vergelijken met de grenswaarden van 2021.
Indien de resultaten lager zijn, worden deze CO2-referentie-uitstootwaarden toegepast en worden deze ook de maximumnorm voor 2023.
Bron: Wet van 3 december 2020 tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 ter begrenzing van de referentie-CO2-uitstoot, BS 23 april 2021.