written by
Inge Braem

Schijnzelfstandigheid bij architecten

Sociaal Secretariaat 1 min

Op 19 augustus 2024 werd een wetsvoorstel ingediend met oog op de invoering van een vermoeden van schijnzelfstandigheid bij architectuurwerkers.

Volgens de indiener is dit wetsvoorstel nodig omdat architecten bij aanvang van hun stage gedwongen worden in het zelfstandigenstatuut en nadien verder als zelfstandige blijven werken, ook al blijven ze hun diensten uitsluitend voor één architectenbureau leveren. Dit zou leiden tot lage lonen en een gebrek aan sociale bescherming, waardoor de sector zou kampen met een grote uitstroom.

Het wetsvoorstel voorziet een aantal criteria om te bepalen of iemand werknemer of zelfstandige is: de afwezigheid van financieel of economisch risico, de afwezigheid van verantwoordelijkheid en beslissingsmacht aangaande de financiële middelen van de onderneming, de afwezigheid van beslissingsmacht over het aankoopbeleid en prijsbeleid, de afwezigheid van een resultaatsverbintenis, de garantie op betaling van een vaste vergoeding, zelf geen personeel kunnen aanwerven, zich niet kunnen voordoen als een onderneming of hoofdzakelijk of gewoonlijk voor één medecontractant werken, in ruimtes werken waarvan men niet de eigenaar of de huurder is of werken met materiaal van de medecontractant.

Indien meer dan de helft van de criteria niet zijn vervuld, wordt de arbeidsrelatie vermoed een zelfstandigenovereenkomst te zijn. Is dat wel het geval, dan wordt een arbeidsrelatie als werknemer vermoed.

Het wetsvoorstel moet nog gestemd worden in de Kamer. Indien de wet effectief in werking zou treden, zullen we je hierover informeren.

Bron: Wetsvoorstel tot wijziging van de programmawet (I) van 27 december 2006 wat de invoering van een vermoeden van schijnzelfstandigheid bij architectuurwerkers betreft, nr. 56-0104/001, www.dekamer.be.

schijnzelfstandig architecten