De fiscus publiceerde op 17 februari 2020 een circulaire met het bedrag van de provisies die belastingvrij mogen aangelegd worden voor de uitbetaling van vakantiegeld aan werknemers.
De bedragen die in de op 31 december 2019 afgesloten balansen zijn geboekt met het oog op de uitbetaling van het vakantiegeld aan personeelsleden in 2020, mogen als beroepskost worden beschouwd indien ze niet meer bedragen dan:
- 18,20% voor de vaste en veranderlijke bezoldigingen die in 2019 werden toegekend aan bedienden die het voordeel van de wetgeving betreffende de jaarlijkse vakantie van werknemers genieten, verminderd met het in 2019 toegekende aanvullende vakantiegeld;
- 10,27% van 108/100 van de lonen die in 2019 zijn toegekend aan arbeiders en leerlingen, die het voordeel van dezelfde wetgeving genieten.
Het flexiloon en het flexivakantiegeld dat in 2019 werd toegekend aan flexi-jobwerknemers mag niet in de berekeningsgrondslag van het in 2020 te betalen vakantiegeld worden opgenomen. De werkgever dient het flexivakantiegeld immers samen met het flexiloon te betalen.
Bron: Circulaire nr. 2020/C/31 dd. 17.02.2020 over de bedragen geboekt in balansen afgesloten op 31.12.2019 voor de uitbetaling van het vakantiegeld van het personeel in 2020.