In het kader van de Jobsdeal wou men de inzetbaarheid van werknemers op de arbeidsmarkt verhogen door de invoering van een opleidingsbudget. Deze maatregel moest nog verder uitgewerkt worden alvorens deze effectief kon worden toegepast, maar is nu reeds opgeheven. De inzetbaarheidsbevorderende maatregelen in het kader van de arbeidsdeal hebben namelijk hetzelfde doel.
Opleidingsbudget (Jobsdeal 2019)
De werknemer die ontslagen werd met betaling van een verbrekingsvergoeding, kon vragen om maximaal 1/3de van deze verbrekingsvergoeding te besteden aan opleiding. De werknemer zou dit gedeelte van de verbrekingsvergoeding in dat geval in de vorm van een opleidingsbudget ontvangen, waarbij dit opleidingsbudget dan een gunstige sociale en fiscale behandeling zou genieten.
Bevorderen inzetbaarheid na ontslag (Arbeidsdeal 2022)
Bij werknemers die worden ontslagen met een opzeggingstermijn of -vergoeding van minstens 30 weken, wordt het ontslag in twee delen opgesplitst:
- de gewone opzeggingstermijn of -vergoeding gedurende 2/3de van de opzeggingstermijn, met een minimum van 26 weken;
- het laatste derde van de opzeggingstermijn kan de werknemer gebruiken voor inzetbaarheidsbevorderende maatregelen, zoals o.a. opleiding, begeleiding.
Ook deze maatregel moet op een aantal vlakken nog verder worden uitgewerkt. Het gaat dan bijvoorbeeld over de definitie van de inzetbaarheidsbevorderende maatregelen en de duurtijd van het recht op afwezigheid van de werknemer.
De inzetbaarheidsbevorderende maatregelen worden gefinancierd met de patronale bijdragen die de werkgever gedurende deze laatste periode verschuldigd is. De RSZ zal deze bijdragen doorstorten aan de RVA.
Bron: Wet van 5 november 2023 houdende diverse arbeidsbepalingen, BS 23 november 2023