written by
Inge Braem

Uitbreiding startpakketten individueel maatwerk

Sociaal Secretariaat 1 min

Op 1 juli 2023 trad, naast de bestaande maatregel collectief maatwerk, de maatregel individueel maatwerk in werking.

We zetten de verschillen tussen individueel en collectief maatwerk nog even schematisch op een rij:

Wie zijn ‘uiterst kwetsbare personen’?

Personen met advies ‘uiterst kwetsbare personen’ zijn:

  • personen met een arbeidsbeperking,
  • die twee jaar niet-beroepsactief zijn;
  • die beantwoorden aan specifieke objectieve criteria;
  • en waarvan werd geattesteerd dat zij nood hebben aan ondersteuning (bijv. door een attest van Ligo of een recent detentieverleden).

Wat verandert er?

Personen met advies “uiterst kwetsbare personen” kregen tot op heden enkel een financiële tussenkomst binnen de regelgeving van het collectief maatwerk voor een periode van 2 jaar. Deze personen moesten en gingen dus veelal aan de slag binnen een maatwerkbedrijf (sociale economie).

Om ervoor te zorgen dat deze personen ook aan de slag kunnen gaan binnen de reguliere economie zorgt de Vlaamse Regering er nu voor dat het startpakket in het kader van individueel maatwerk wordt uitgebreid (lees: de premies worden verhoogd) voor personen met advies ‘uiterst kwetsbare personen’.

Concreet gaat het over een ondersteuning van 40% loonpremie en een begeleidingspremie op het niveau van begeleidingsnood “midden”, d.w.z. € 1.930 (niet geïndexeerd) voor het kwartaal van de beslissing en de 4 daaropvolgende kwartalen en € 1.030 (niet geïndexeerd) voor de 3 daaropvolgende kwartalen.

Inwerkingtreding?

De startpakketten treden vanaf 18 november 2024 in werking en kunnen maximaal tot eind 2025 worden toegekend.

Bron: Besluit van de Vlaamse Regering van 25 oktober 2024 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2022 tot uitvoering van het decreet van 14 januari 2022 over maatwerk bij individuele inschakeling, wat betreft de werkondersteunende maatregelen en de tijdelijke vergoedingsregeling, BS 8 november 2024.

individueel maatwerk subsidies