Op 23 januari 2020 heeft de Kamer een wetsvoorstel goedgekeurd dat voor een aanpassing zorgt in de Genderwet.
De Genderwet vormt een onderdeel van de anti-discriminatiewetgeving en heeft betrekking op het verbod van zowel directe als indirecte discriminatie op grond van het geslacht. Deze wet stelt het direct onderscheid op een aantal gronden gelijk met een direct onderscheid op grond van het geslacht.
Momenteel vallen discriminatie op basis van zwangerschap, bevalling, moederschap, geslachtsverandering en genderidentiteit of genderexpressie onder deze gelijkstelling.
De goedgekeurde wet zorgt voor een uitbreiding van deze discriminatiegronden, nl. het geven van borstvoeding, adoptie, medische begeleide voortplanting, sekse-kenmerken, vaderschap en meemoederschap. De bedoeling van de uitbreiding is om de anti-discriminatiewetgeving aan te passen aan de huidige realiteit inzake het ouderschap.
Inzake het arbeidsrecht zal dit met zich meebrengen dat een werkneemster die op een rechtsgeldige manier kan aantonen dat zij ontslagen werd omwille van bijvoorbeeld het ondergaan van een IVF-behandeling (In-vitrofertilisatie), een schadevergoeding van zes maanden loon zal kunnen eisen op grond van de Genderwet.
Bron: Wetsvoorstel van 23 januari 2020 tot wijziging van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen wat het discriminatieverbod op vaderschap of meemoederschap betreft.