written by
Inge Braem

Provisie voor het vakantiegeld van werknemers in 2025

Sociaal Secretariaat 1 min

De fiscus publiceerde op 2 april 2025 een circulaire met het bedrag van de provisies die belastingvrij mogen worden aangelegd voor de uitbetaling van vakantiegeld aan werknemers. De percentages zijn niet gewijzigd ten opzichte van vorig jaar.

De bedragen die in de op 31 december 2024 afgesloten balansen zijn geboekt met het oog op de uitbetaling van het vakantiegeld aan personeelsleden in 2025, mogen als beroepskost worden beschouwd indien ze niet meer bedragen dan:

  • 18,20% voor de vaste en veranderlijke bezoldigingen die in 2024 werden toegekend aan bedienden die het voordeel van de wetgeving betreffende de jaarlijkse vakantie van werknemers genieten, verminderd met het in 2024 toegekende aanvullend vakantiegeld (dat aanvullend vakantiegeld mag ook niet worden opgenomen in de berekeningsgrondslag waarop bovenvermeld percentage moet worden toegepast);
  • 10,27% van 108/100 van de lonen die in 2024 zijn toegekend aan arbeiders en leerlingen, die het voordeel van dezelfde wetgeving genieten.

Het flexiloon en het flexivakantiegeld dat in 2024 werd toegekend aan flexi-jobwerknemers mag niet in de berekeningsgrondslag van het in 2025 te betalen vakantiegeld worden opgenomen. De werkgever dient het flexivakantiegeld immers samen met het flexiloon te betalen.

Behoudens tegenbericht blijven voormelde bepalingen van toepassing op de balansen van toekomstige boekjaren.

Bron: Circulaire nr. 2025/C/15 van 2 april 2025 over de in balans geboekte bedragen voor de uitbetaling van het vakantiegeld van het personeel.

vakantiegeld provisie