Een deeltijdse werknemer kan aan zijn werkgever schriftelijk vragen om bij voorrang een voltijdse betrekking of een deeltijdse betrekking met meer uren te kunnen krijgen. In dat geval moet u de werknemer schriftelijk verwittigen wanneer er een vacante dienstbetrekking in uw onderneming is.
Een specifieke groep van deeltijdse werknemers waarvoor de werkgevers extra aandachtig moeten zijn, zijn de deeltijdse werknemers met een recht op een inkomensgarantie-uitkering (IGU) van de RVA én die een schriftelijke aanvraag bij de werkgever hebben ingediend om meer uren te krijgen.
Een deeltijdse werknemer die werkloosheidsuitkeringen ontvangt voor de uren dat hij niet gewerkt heeft, moet, om de inkomensgarantie-uitkering te kunnen genieten, zo’n aanvraag om voorrang te krijgen, ingediend hebben bij de werkgever. Hierop heeft Besox geen zicht. Standaard gaan wij ervan uit dat dit werd aangevraagd door de werknemer. Dit is namelijk noodzakelijk om recht te hebben op deze uitkering.
De werkgever moet dan op zijn beurt schriftelijk de ontvangst van de vraag van de werknemer bevestigen en hij moet daarbij melden dat hij vanaf dan de gepaste vacatures aan de werknemer zal meedelen. Wanneer de werkgever vervolgens effectief een vacante betrekking open heeft staan, moet hij dit meedelen aan de betrokken werknemer. Deze mededeling moet gebeuren binnen een termijn van één maand die ingaat de dag volgend op de dag waarop de dienstbetrekking vacant wordt.
De meldingsplicht geldt enkel voor een vacante betrekking in de onderneming in dezelfde functie en waarvoor de deeltijdse werknemer de vereiste kwalificaties bezit. De werkgever is ook enkel verplicht om een melding te doen als de vacante betrekking tot gevolg heeft dat de arbeidsregeling van de deeltijdse werknemer verhoogd wordt gedurende een ononderbroken periode van minstens 1 maand of voor onbepaalde tijd.
Wanneer de werknemer dan een aangeboden deeltijdse of voltijdse baan weigert, moet de werkgever dat signaleren aan het gewestelijk werkloosheidsbureau.
Wanneer de werkgever de voorrangsregels en de verplichtingen ten aanzien van deeltijdse werknemers met een inkomensgarantie-uitkering niet naleeft, kan de werkgever een responsabiliseringsbijdrage van € 25 per maand per deeltijdse werknemer opgelegd krijgen. De bijdrage is verschuldigd per volledig kwartaal en wordt geïnd door de RSZ.
De voorrangsregeling en de daaraan verbonden responsabiliseringsbijdrage zijn echter niet van toepassing op:
- werknemers die niet onder het toepassingsgebied van de wet van 5 december 1968 betreffende de cao’s en de paritaire comités vallen;
- uitzendkrachten;
- werknemers tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst voor dienstencheques;
- gelegenheidswerknemers.