In het kader van het welzijn van de werknemers op het werk dient elke werkgever te beschikken over een interne dienst voor preventie en bescherming op het werk. Deze dienst moet tenminste bestaan uit een preventieadviseur die aangeduid wordt onder de personeelsleden. In ondernemingen met minder dan 20 werknemers kan de werkgever zelf de functie van preventieadviseur uitoefenen.
De preventieadviseur moet jaarlijks een verslag opmaken over de werkzaamheden en activiteiten tijdens het voorbije werkjaar. Op die manier krijgen de werkgever en het comité voor preventie en bescherming op het werk een goed overzicht van de werking van de preventiedienst.
Sinds 2018 is het niet meer nodig om dit jaarverslag nog op te sturen naar de bevoegde inspectiedienst.
Het verslag moet wel nog steeds jaarlijks worden opgesteld en moet in de onderneming ter beschikking worden gehouden van de inspectie.
Er worden modeldocumenten ter beschikking gesteld op de website van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg: Jaarverslag van de Interne dienst voor preventie en bescherming op het werk – dienstjaar 2023.
Je vindt op deze website ook een verklarende nota die nuttig kan zijn bij het invullen van de modelformulieren.
Bron: www.werk.belgie.be.