Feiten?
De werknemer werd ontslagen omwille van medische overmacht na een beoordeling C door de arbeidsarts in het kader van een re-integratietraject.
De werknemer vordert de betaling van een opzeggingsvergoeding omdat de procedure van het re-integratietraject niet werd nageleefd. Concreet werd er geen overleg gepleegd voorafgaand aan de vaststelling tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst omwille van medische overmacht. Vervolgens werd er ook geen re-integratieplan opgesteld door de werkgever en had de arbeidsarts ook geen rekening gehouden met de functiewijziging van de werknemer.
Vonnis?
De arbeidsrechtbank herhaalt de wettelijke verplichting van voorafgaand overleg van de werkgever met de werknemer, de arbeidsarts en desgevallend andere personen die kunnen bijdragen aan de slaagkansen van de re-integratie (artikel I.4-74, §4 Codex over het welzijn op het werk).
De rechtbank stelt vervolgens vast dat er geen voorafgaand overleg heeft plaatsgevonden zodat de regels van het re-integratietraject werden miskend. De werkgever heeft bijgevolg op onregelmatige wijze een einde gemaakt aan de arbeidsovereenkomst en ten onrechte de beëindiging van de arbeidsovereenkomst omwille van medische overmacht vastgesteld.
De arbeidsrechtbank oordeelt bijgevolg dat de werkgever een opzeggingsvergoeding moet betalen aan de werknemer.
Belang?
Wanneer de arbeidsarts oordeelt dat de werknemer definitief ongeschikt is voor het overeengekomen werk maar wel nog ander aangepast werk kan doen (beslissing C), dan is overleg tussen de werkgever, de werknemer, de arbeidsarts en andere personen die kunnen bijdragen tot de re-integratie verplicht alvorens een motivatieplan op te stellen en alvorens de arbeidsovereenkomst kan worden beëindigd omwille van medische overmacht.
De werkgever moet van dit overleg ook steeds het bewijs kunnen leveren. Kan hij dat niet, dan riskeert hij alsnog een opzeggingsvergoeding te moeten betalen.
Bron: Franstalige arbeidsrechtbank Brussel, 2 november 2021, 20/2079/A.