In principe kan de werkgever elke arbeidsovereenkomst op om het even welk ogenblik eenzijdig beëindigen. Hiertoe moet hij wel de toepasselijke opzeggingstermijn respecteren of een overeenstemmende opzeggingsvergoeding betalen (enkel in geval van een dringende reden is dit niet het geval).
Sommige categorieën van werknemers of werknemers in specifieke omstandigheden, worden echter beschermd tegen ontslag door de werkgever. Dit betekent dat de werkgever gedurende de beschermingsperiode de arbeidsovereenkomst niet eenzijdig mag beëindigen, behalve in de volgende gevallen:
1. Omwille van een dringende reden
D.w.z. indien er sprake is van een ernstige tekortkoming die elke professionele samenwerking tussen de werkgever en de werknemer onmiddellijk en definitief onmogelijk maakt.
De appreciatie van de ernstige tekortkoming wordt eventueel voorgelegd aan de rechtbank.
2. Omwille van een voldoende reden waarvan de aard en oorsprong vreemd is aan de reden die verband houdt met de ontslagbescherming
D.w.z. dat er dus geen verband mag zijn tussen de situatie die de ontslagbescherming deed ontstaan en het ontslag van de werknemer.
Redenen die verband houden met het gedrag of de geschiktheid van de werknemer (vb. slecht uitgevoerd werk, regelmatige ongerechtvaardigde laattijdige aanwezigheden op het werk,…) of die berusten op de noodwendigheden inzake de werking van de onderneming kunnen als voldoende reden aangehaald worden.
De bewijslast ligt bij de werkgever.
Opgelet: werknemersvertegenwoordigers of kandidaat-werknemersvertegenwoordigers in de ondernemingsraad en in het comité voor preventie en bescherming op het werk kunnen enkel ontslagen worden om economische of technische redenen, vooraf erkend door het bevoegde paritair comité of om een dringende reden.
Hierbij vindt u een overzicht van veel voorkomende beschermingsredenen:
Zwangere werkneemster
Een zwangere werkneemster geniet ontslagbescherming vanaf het ogenblik dat zij de werkgever inlicht over de zwangerschap tot een maand na het einde van het zwangerschapsverlof.
Bij overtreding van het ontslagverbod moet de werkgever een bijzondere forfaitaire schadevergoeding betalen gelijk aan 6 maanden brutoloon.
Werknemer die tijdskrediet/landingsbaan of een thematisch verlof geniet
De ontslagbescherming vangt aan op het moment van de aanvraag en eindigt 3 maanden na afloop van het tijdskrediet of het thematisch verlof.
Wanneer de werkgever het ontslagverbod overtreedt, moet hij een forfaitaire vergoeding betalen gelijk aan 6 maanden loon.
In geval van vermindering van arbeidsprestaties in het kader van tijdskrediet/landingsbaan wordt deze beschermingsvergoeding berekend op basis van het verminderde loon ingevolge de loopbaanonderbreking.
In geval van vermindering van arbeidsprestaties wegens medische bijstand wordt de beschermingsvergoeding berekend op het huidig deeltijds loon. Bij ouderschapsverlof en palliatief verlof gebeurt de berekening op basis van het fictieve ‘voltijds’ loon.
Vlaams opleidingsverlof
Een werknemer die een officiële aanvraag voor Vlaams opleidingsverlof heeft gedaan bij zijn werkgever is beschermd tegen ontslag. De ontslagbescherming duurt tot het einde van de opleiding.
Dit betekent dat de werkgever enkel mag overgaan tot ontslag als hij een reden kan aantonen die niets te maken heeft met de opname van het Vlaams opleidingsverlof.
Als de werkgever toch ontslaat omwille van de aanvraag Vlaams opleidingsverlof, of als hij de andere reden niet kan bewijzen, dan heeft de werknemer recht op een vergoeding gelijk aan 3 maanden brutoloon.
Werknemer die een opmerking heeft gemaakt in het register bij het aangeplakte ontwerp van arbeidsreglement
Een werknemer die een opmerking heeft opgetekend in het opmerkingenregister mag niet worden ontslagen gedurende een periode van 6 maanden die start op de dag waarop de opmerking werd opgetekend.
De werkgever is een forfaitaire vergoeding gelijk aan 6 maanden brutoloon verschuldigd indien hij overgaat tot ontslag zonder geldige reden of zonder dat hij de reden voldoende kan bewijzen.
Preventieadviseur
Een preventieadviseur kan enkel worden ontslagen om redenen die vreemd zijn aan zijn onafhankelijkheid of om redenen waaruit blijkt dat hij niet bekwaam is om zijn opdracht uit te oefenen én voor zover een bijzondere ontslagprocedure gevolgd wordt.
Deze ontslagprocedure is niet van toepassing in de volgende gevallen: een ontslag om dringende reden, sluiting van onderneming of collectief ontslag, wanneer de preventieadviseur zelf een einde maakt aan de overeenkomst of wanneer de duur waarvoor de overeenkomst werd opgemaakt, is verstreken.
De ontslagbescherming is van toepassing vanaf het moment van aanstelling of uitoefening van de functie van preventieadviseur en dit tot zolang de functie wordt uitgeoefend.
In de volgende gevallen is de werkgever een beschermingsvergoeding verschuldigd aan de interne preventieadviseur:
- wanneer de werkgever de wettelijke procedure niet volgt;
- wanneer de arbeidsrechtbank erkent dat er afbreuk is gedaan aan de onafhankelijkheid van de preventieadviseur of wanneer de aangevoerde redenen betreffende de onbekwaamheid om zijn opdrachten uit te oefenen niet zijn bewezen;
- wanneer de werkgever de arbeidsovereenkomst beëindigt ondanks het feit dat de arbeidsrechtbank zijn redenering niet heeft gevolgd.
De beschermingsvergoeding is gelijk aan het huidige normale loon over een periode van 2 of 3 jaar, naargelang de preventieadviseur minder of meer dan 15 jaar dienst heeft in deze hoedanigheid. Deze jaren dienst worden berekend op basis van het aantal kalenderdagen gedurende dewelke de preventieadviseur zijn functie bij de werkgever heeft uitgeoefend.
Indien de preventieadviseur ook nog een andere functie uitoefent bij de werkgever, wordt de vergoeding bepaald op basis van het percentage van de tijd dat hij werkte als interne preventieadviseur.
Werknemer met politiek verlof
De beschermingsperiode begint vanaf het ogenblik dat de werknemer bij aangetekend schrijven zijn werkgever in kennis stelt van zijn kandidaatstelling. Het einde van de beschermingsperiode is afhankelijk van de concrete situatie.
In geval de werknemer op de kandidatenlijsten voorkomt, dan blijft de ontslagbescherming van kracht gedurende 3 maanden na de verkiezing, zelfs als de werknemer niet wordt verkozen.
Een werknemer die daadwerkelijk verkozen werd, is beschermd tijdens de hele duur van het mandaat en tijdens de 6 maanden die er onmiddellijk op volgen.
Indien de werkgever in strijd met deze regeling een daad stelt die ertoe strekt eenzijdig een einde te maken aan de dienstbetrekking, dan moet hij een forfaitaire vergoeding betalen, gelijk aan 6 maanden brutoloon.
Andere redenen
Er zijn nog heel wat andere situaties waarin er een speciale bescherming wordt toegekend:
- werkneemster met recht op borstvoedingspauze;
- werknemersvertegenwoordiger of kandidaat-werknemersvertegenwoordiger in de ondernemingsraad of het comité voor preventie en bescherming op het werk;
- vakbondsafgevaardigde;
- werknemer die een klacht indient omtrent pesten op het werk;
- werknemer die vaderschapsverlof opneemt (= geboorteverlof);
- werknemer die pleegzorgverlof opneemt;
- werknemer die adoptieverlof opneemt;
- …..