Sinds 1 januari 2024 zijn de regels voor de verrekening van het enkel vertrekvakantiegeld van bedienden en het vakantiegeld bij de overgang van arbeiders- naar bediendestatuut gewijzigd.
Principe voor 1 januari 2024
Er moet vertrekvakantiegeld worden betaald aan een bediende wanneer:
- zijn/haar arbeidsovereenkomst eindigt;
- zijn/haar arbeidsovereenkomst volledig wordt geschorst in het kader van loopbaanonderbreking of tijdskrediet (inclusief thematische verloven).
De bedragen van het vertrekvakantiegeld worden vermeld op een vakantieattest. De bediende moet dit attest aan zijn nieuwe werkgever overhandigen, zodat deze het vertrekvakantiegeld kan verrekenen op het door hem te betalen vakantiegeld.
Nieuwe verrekening sinds 1 januari 2024
Vanaf het vakantiedienstjaar 2024 moet het vertrekvakantiegeld in de volgende stappen worden verrekend:
- de werkgever betaalt voor elke opgenomen vakantiedag een voorschot van 10% van het brutoloon van die dag. Het grootste gedeelte van het loon voor die dag wordt immers geacht gedekt te zijn door het vertrekvakantiegeld dat door de vorige werkgever werd uitbetaald;
- in december, of aan het einde van de arbeidsovereenkomst, wordt vervolgens de eindafrekening van het vakantiegeld gemaakt. Deze eindafrekening gebeurt door de reeds betaalde voorschotten en het reeds bij de vorige werkgever ontvangen vertrekvakantiegeld in mindering te brengen van het effectief door de nieuwe werkgever verschuldigde enkel vakantiegeld.
Mocht er na de eindafrekening een negatief saldo zijn, dan mag de werkgever een inhouding uitvoeren op het loon van de maand december of op het loon van de laatste maand van tewerkstelling. Desgevallend ook op het loon van een volgende maand indien er niet voldoende loon kan worden ingehouden in december. Bij de inhouding moet de werkgever enerzijds rekening houden met de loonbeschermingswet, die bepaalt dat er maximum 1/5de van het nettoloon mag worden ingehouden. Anderzijds mag de inhouding niet meer bedragen dan het vakantiegeld dat door de werkgever verschuldigd zou zijn, mocht de bediende reeds gedurende het hele vakantiedienstjaar bij hem in dienst geweest zijn. Als er na de eindafrekening een positief saldo is, moet dit worden uitbetaald in de maand december.
De regelgeving voorziet echter uitdrukkelijk dat de werkgevers ook een werkelijke en definitieve verrekening per vakantiedag mogen toepassen. Aangezien dit een vereenvoudigde procedure betreft, opteert Besox ervoor deze werkelijke verrekening (100%) per opgenomen vakantiedag toe te passen. Onze loonprogrammatie is zo aangepast. Besox volgt de (hierboven) 90/10 regel niet.
U bent hierover reeds geïnformeerd per e-mail in februari van dit jaar.
Hebt u hier vragen over? Neem contact op met uw dossierbeheerder.
Bron: Koninklijk besluit van 28 september 2023 tot wijziging van de artikelen 46, 48 en 49 van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, BS 18 oktober 2023.