Gepensioneerden die 65 jaar zijn of een loopbaan van 45 jaar hebben, mogen hun beroepsinkomsten onbeperkt cumuleren met hun pensioenuitkeringen.
Voor gepensioneerden die jonger zijn dan 65 jaar en nog geen loopbaan van 45 jaar kunnen aantonen, gelden er inkomensgrenzen. Voor gepensioneerden met kinderen ten laste gelden er verhoogde grenzen.
Bij overschrijding van die grenzen, wordt het pensioenbedrag evenredig verminderd met het percentage van overschrijding.
De federale regering heeft enkele verhoogde grenzen (dus voor gepensioneerden met kinderen ten laste) opgetrokken.
Het gaat over de grensbedragen voor:
- gepensioneerden, jonger dan 65, die één of meerdere overlevingspensioenen genieten, én;
- die minstens één kind ten laste hebben, én;
- die een overgangsuitkering krijgen voor een periode van 36 of 48 maanden.
Voor één kind ten laste worden de inkomensgrenzen vanaf 1 januari 2023 verhoogd met:
- € 10.752 (basisbedrag € 8.812,80) voor zij die uitsluitend gerechtigd zijn op één of meer overlevingspensioenen en de pensioenleeftijd nog niet hebben bereikt voor het kalenderjaar dat voorafgaat aan het jaar waarin ze de pensioenleeftijd bereiken; en
- € 8.602 (basisbedrag € 7.050,24) voor zij die uitsluitend gerechtigd zijn op één of meer overlevingspensioenen en de pensioenleeftijd nog niet hebben bereikt, maar die in de loop van het kalenderjaar gerechtigd wordt op één of meer rustpensioenen.
De verhogingen van € 4.406,40 en € 3.525,12 per bijkomend kind ten laste blijven dezelfde.
Bron: Ministerieel besluit van 17 april 2023 tot aanpassing van de jaarbedragen bedoeld in artikel 64, § 3, tweede lid, van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, BS 25 mei 2023 en bericht van 14 april 2023 betreffende de indexering, vanaf 1 januari 2023, van de jaarbedragen bedoeld in artikel 86, eerste lid, vijfde en zesde streepje van de programmawet van 28 juni 2013, BS 25 mei 2023.