Om jongeren zonder een diploma meer kansen te geven op de arbeidsmarkt, lanceert de VDAB vanaf 1 januari 2024 een nieuw instrument: “leerjobs”. Via een leerjob krijgt een jongere zonder diploma de kans om op de werkvloer de nodige competenties te verwerven. Hij volgt tevens nog lessen in een onderwijs- of opleidingsinstelling.
De leerjobber sluit twee overeenkomsten af:
- een overeenkomst van beroepsopleiding met een partnerorganisatie (bv. de VDAB); en
- een leerjobovereenkomst met een onderneming.
Voorwaarden leerjobber
Om deze twee overeenkomsten te kunnen afsluiten, dient de leerjobber te voldoen aan de volgende voorwaarden:
- hij heeft voldaan aan de leerplicht;
- hij is ingeschreven bij de VDAB als niet-werkende werkzoekende;
- hij is minstens 2 jaar uitgeschreven uit het secundair onderwijs, of hij is bij de start van de leerjob minstens 21 jaar oud;
- hij is bij de start van de leerjob nog geen 30 jaar oud;
- hij is niet in het bezit van één van de onderstaande studiebewijzen:
- een diploma secundair onderwijs dat behaald is in het technisch, kunst- of beroepssecundair onderwijs, een studiegetuigschrift van het 2de jaar van de 3de graad in het beroepssecundair onderwijs, of een onderwijskwalificatie niveau 3 die behaald is in een studierichting met een dubbele finaliteit of arbeidsmarktfinaliteit;
- een diploma van het hoger onderwijs;
- een bewijs van beroepskwalificatie die het voorwerp uitmaakt van een leerjobovereenkomst;
- een bewijs van beroepskwalificatie van niveau 4;
- hij voldoet aan de toelatingsvoorwaarden van de betrokken EVC-standaard (wordt gecontroleerd door de partnerorganisatie).
Voorwaarden onderneming
Om een leerjobovereenkomst met een jongere te kunnen afsluiten, moet de onderneming voldoen aan de volgende voorwaarden:
- ze wijst binnen de onderneming één of meer mentoren aan die voldoen aan de volgende voorwaarden:
- de mentor is van onberispelijk gedrag. Dit blijkt uit een uittreksel uit het strafregister dat niet langer dan 1 jaar voor de aanwijzing is afgegeven aan de onderneming;
- de mentor heeft minstens 5 jaar praktijkervaring in het beroep;
- de mentor is de Nederlandse taal machtig;
- ze voldoet op het vlak van de organisatie en de bedrijfsuitrusting om de werkplekcomponent mogelijk te maken, overeenkomstig het trajectplan;
- ze heeft voldoende financiële draagkracht om de continuïteit van de onderneming te waarborgen;
- ze heeft geen relevante veroordelingen opgelopen;
- ze is gevestigd in het Vlaams Gewest of het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
- er is een Nederlandstalig trajectplan dat de partnerorganisatie heeft goedgekeurd.
Vergoeding
De onderneming betaalt maandelijks aan de leerjobber een vergoeding die overeenstemt met 34,50% van het GGMMI. De vergoeding is zowel voor de werkplek- als het lescomponent verschuldigd.
Wanneer de leerjobovereenkomst geschorst is, krijgt de leerjobber (gewaarborgd) loon zoals de vaste werknemers, behalve in geval van arbeidsongeval of beroepsziekte.
Voor het lescomponent moet de onderneming geen vergoeding betalen:
- tijdens het facultatieve deel van het pre- en postnatale verlof als de leerjobber de lessen volgt, maar niet leert in de onderneming;
- bij profylactisch verlof van de leerjobber tijdens het werkplekleren;
- bij tijdelijke gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid waarbij de leerjobber niet geschikt wordt bevonden om opgeleid te worden tijdens de werkplekcomponent, maar wel tijdens zijn lescomponent en na eventuele uitputting van de gewaarborgde vergoeding.
Verzekeringen
De onderneming sluit een arbeidsongevallenverzekering af voor de leerjobber.
Jaarlijkse vakantie
De leerjobber heeft recht op betaalde jaarlijkse vakantie volgens de regelgeving die op hem van toepassing is. Als hij tijdens een bepaald jaar geen of slechts gedeeltelijk recht heeft op betaalde vakantie, moet de onderneming hem een niet-betaalde vakantie verlenen. De betaalde en onbetaalde vakantie moeten samen minstens 20 dagen in een 5-dagenweek bedragen voor 12 maanden uitvoering van de leerjobovereenkomst tijdens het lopende kalenderjaar.
Beëindiging
De uitvoering van de leerjobovereenkomst eindigt in de volgende gevallen:
- de termijn van de overeenkomst is verstreken;
- na de laatste dag van de maand volgend op de maand waarin de leerjobber het EVC-assessement (examen) van alle beroepskwalificaties die het voorwerp van de leerjobovereenkomst uitmaken, heeft afgelegd;
- wanneer de onderneming geen mentor meer kan aanstellen;
- bij overmacht waardoor de uitvoering van de overeenkomst definitief onmogelijk wordt;
- wanneer de leerjobber er – ingeval van faillissement of overgang van onderneming – erom verzoekt, tenzij de leerjobovereenkomst door de overnemende onderneming wordt overgenomen;
- wanneer de jongere de leerjob vroegtijdig stopzet.
De leerjobovereenkomst kan ook door de onderneming of door de leerjobber worden beëindigd via de naleving van een opzeggingstermijn:
- tijdens de eerste 30 dagen: 7 dagen;
- na de eerste dagen 30 dagen: 28 dagen bij een opzeg uitgaande van de onderneming en 14 dagen bij een opzeg uitgaande van de leerjobber
De opzeg gaat in de dag na de dag waarop de tegenpartij de schriftelijke opzegging heeft ontvangen. De opzegging wordt geacht te zijn ontvangen op de 3de werkdag na de verzending ervan.
De partnerorganisatie kan de leerjobovereenkomst beëindigen wanneer:
- de onderneming of de leerjobber niet langer voldoet aan de gestelde voorwaarden of verplichtingen opgenomen in de leerjobovereenkomst;
- de fysieke of geestelijke gezondheid van de leerjobber gevaar loopt;
- er omstandigheden zijn die het goede verloop van de leerjob ernstig belemmeren;
- de schorsing van de uitvoering van de overeenkomst langer dan 60 opeenvolgende dagen duurt, tenzij er gemotiveerde redenen zijn om daarvan af te wijken.
Bron: Besluit van de Vlaamse Regering van 8 september 2023 tot regeling van de leerjobs, BS 25 oktober 2023.