Naar aanleiding van rechtspraak van het Europese Hof van Justitie diende België zijn vakantiewetgeving op een aantal vlakken aan te passen om in overeenstemming te zijn met de Europese Arbeidstijdrichtlijn die vooropstelt dat alle nodige maatregelen getroffen moeten worden opdat aan alle werknemers een jaarlijkse vakantie van ten minste vier weken kan worden toegekend met behoud van loon.
Een koninklijk besluit van 8 februari 2023 tot wijziging van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, geeft hieraan uitvoering. Dit besluit heeft uitwerking vanaf 1 januari 2023, maar is voor de eerste keer van toepassing op het vakantiejaar 2024 met vakantiedienstjaar 2023.
Het nieuwe koninklijk besluit wijzigt de definities van het vakantiedienstjaar en vakantiejaar echter niet. Ter verduidelijking: in België wordt het vakantierecht voor het lopende jaar (vakantiejaar) berekend via de effectieve en gelijkgestelde prestaties van het voorgaande jaar (vakantiedienstjaar). Het koninklijk besluit wijzigt wel twee andere elementen:
Overdracht van vakantiedagen
Vanaf 2024 is het voor werknemers, die wegens welbepaalde redenen van arbeidsonderbreking geen vakantie hebben kunnen nemen, mogelijk om hun niet-opgenomen vakantiedagen over te dragen tot 24 maanden die volgen op het einde van het vakantiejaar waarop deze nog op te nemen vakantiedagen betrekking hebben. Met andere woorden wil dit zeggen tot en met 31 december van het vakantiejaar + 2 jaar.
Volgende arbeidsonderbrekingen komen hiervoor in aanmerking:
- arbeidsongeval en beroepsziekte;
- gewoon ongeval en ziekte;
- moederschapsrust:
- omgezette moederschapsrust of vaderschapsverlof;
- profylactisch verlof;
- geboorteverlof;
- adoptieverlof;
- verlof voor pleegzorg.
Bovendien is het de plicht van de werkgever om aan de bediende, die van bovenstaande gebruik maakt, ten laatste op 31 december van het vakantiejaar een voorafbetaling te doen van het vakantiegeld met betrekking tot de nog binnen de 24 maanden op te nemen vakantiedagen.
Arbeiders ontvangen hun vakantiegeld in de loop van het vakantiejaar waardoor ze al het vakantiegeld ontvangen voor de dagen die eventueel overgedragen worden. Concreet wil dit zeggen dat de overgedragen vakantiedagen dus in het vakantiejaar worden uitbetaald en niet op het moment wanneer de arbeider deze opneemt.
Ziekte tijdens vakantiedagen
Tot het einde van 2023 is het zo dat bij een werknemer die ziek wordt tijdens zijn vakantie, zijn ziektedagen aangerekend worden als vakantiedagen en de werknemer deze dus niet kan overdragen naar een periode na die vakantie. Vanaf 2024 komt hier verandering in en worden ziektedagen niet meer als vakantiedagen beschouwd, ook niet als de oorzaak ervan zich tijdens de vakantie voordoet.
Deze aanpassing voorziet dat werknemers hun dagen van arbeidsonderbreking omwille van onderstaande schorsingsgronden, niet als jaarlijkse vakantiedagen aangerekend mogen worden, ook niet als de oorzaken zich voordoen tijdens de vakantie:
- arbeidsongeval en beroepsziekte;
- gewoon ongeval en ziekte;
- moederschapsrust;
- omgezette moederschapsrust of vaderschapsverlof;
- profylactisch verlof;
- geboorteverlof;
- adoptieverlof;
- verlof voor pleegzorg.
De werknemer verkrijgt zo de mogelijkheid om bij ziekte tijdens zijn vakantie, vanaf 2024 de nog niet-genoten vakantiedagen later op te nemen in het lopend vakantiejaar.
Bron: Koninklijk besluit van 8 februari 2023 tot wijziging van de artikelen 3, 35, 46, 60, 64, 66 en 68 en de invoering van een artikel 67bis in het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, BS 16 maart 2023.