Sinds 1 januari 2024 bedraagt het maximum vrijgestelde bedrag van de fietsvergoeding € 0,35 per kilometer. Daarnaast voerde men een maximumbedrag op jaarbasis in; voor 2024 ligt dit vast op € 3.500.
Om werkgevers aan te moedigen het verhoogd bedrag toe te kennen, werd er voorzien in een tijdelijke fiscale compensatie in de vorm van een belastingkrediet.
Dit belastingkrediet kan worden genoten voor een verhoogde fietsvergoeding, toegekend voor woon-werkverplaatsingen tijdens de periode van 1 januari 2024 tot 31 december 2026. De verhoogde vergoeding moet ten laatste op 31 december 2027 worden toegekend. Bovendien gelden de volgende voorwaarden:
- de kost van de fietsvergoeding wordt effectief gedragen door de werkgever;
- de verhoging van de fietsvergoeding is niet het gevolg van een indexering;
- de vrijwillige verhoging van de fietsvergoeding geldt onbeperkt in tijd (geen tijdelijke verhoging);
- de verhoging moet worden vastgelegd in een ondernemings-cao, het arbeidsreglement of een individuele overeenkomst.
Het belastingkrediet geldt voor het positieve verschil tussen de fietsvergoeding toegekend op een bepaald tijdstip tussen 1 januari 2024 en 31 december 2026 en de referentiefietsvergoeding toegekend op 1 juni 2023, met een minimum van € 0,18 per kilometer. Deze referentiefietsvergoeding wordt jaarlijks geïndexeerd. De compensatie wordt beperkt tot maximaal € 0,05 per kilometer.
De werkgever die aanspraak wil maken op het belastingkrediet moet ter ondersteuning van zijn aanvraag een document opmaken met een aantal gegevens. Welke gegevens dit precies zijn, werd zopas vastgelegd in een koninklijk besluit:
- het bedrag van de referentiefietskilometervergoeding. Deze referentiefietskilometervergoeding ligt voor de gehele periode vast;
- het bedrag van de geïndexeerde referentiefietskilometervergoeding per kalenderjaar;
- het totaal aantal kilometers dat werd afgelegd in de kalenderjaren 2024, 2025 of 2026 en waarvoor hij tijdens het betrokken belastbare tijdperk een fietskilometervergoeding heeft toegekend die meer bedraagt dan de geïndexeerde referentiefietskilometervergoeding. Indien de toepassing van het belastingkrediet wordt gevraagd voor fietskilometervergoedingen toegekend voor verplaatsingen afgelegd in verschillende kalenderjaren, moet het aantal kilometers worden gesplitst naargelang het kalenderjaar waarin ze werden afgelegd;
- het bedrag per kilometer van de fietskilometervergoeding die werd toegekend voor de vermelde kilometers. Dit moet per kalenderjaar worden vermeld;
- of de werkgever al dan niet onder de toepassing van cao nr. 164 valt;
- een verklaring dat de vrijwillige verhoging van de fietskilometervergoeding die voor de vermelde kilometers werd toegekend, niet door derden wordt vergoed;
- een bevestiging dat de vrijwillige verhoging van de fietskilometervergoeding is vastgelegd in een cao, een arbeidsreglement of individuele arbeidsovereenkomst en geldt zonder beperking in tijd. De cao, het arbeidsreglement of de individuele arbeidsovereenkomst moeten ter beschikking worden gehouden van de administratie.
Voor meer informatie over het belastingkrediet, neem je best contact op met je boekhouder.
Bron: Koninklijk besluit van 21 maart 2024 tot vastlegging van de modaliteiten voor de toepassing van het belastingkrediet voor de facultatieve verhoging van de fietskilometervergoeding, BS 29 maart 2024.