Werkgevers uit de privésector kunnen onder bepaalde voorwaarden een structurele vermindering van de werkgeversbijdragen aan de RSZ genieten. Sinds 1 april 2022 werden de loongrenzen voor de berekeningsformule van de structurele vermindering aangepast. Bovendien werd er een “zeer laag lonen”-component toegevoegd om de loonkostenstijging voor de werkgevers door de verhoging van het gewaarborgd gemiddeld minimummaandinkomen gedeeltelijk te compenseren. Dit laatste is wel nog onder voorbehoud van publicatie in het Staatsblad.
- Categorie 1 = 0,1400 x (9.779,77 – S) + 0,4000 x (5.889,70 - S) (algemene categorie)
- Categorie 2 = 79,00 + 0,2557 x (8.215,66 – S) + 0,4000 x (6.048,89 - S) + 0,0600 x (W – 14.342,02) (categorie sociale maribel)
- Categorie 3 met loonmatiging = 0,1400 x (10.597,01 – S) + 0,4000 x (5.889,70 - S) (categorie beschutte werkplaatsen en maatwerkbedrijven, werknemers met loonmatiging)
- Categorie 3 zonder loonmatiging = 495,00 + 0,1785 x (10.061,21 – S) + 0,4000 x (5.889,70 - S) (categorie beschutte werkplaatsen en maatwerkbedrijven, werknemers zonder loonmatiging)
Bron: Administratieve instructies RSZ 2022/1.