Recent werd er een koninklijk besluit in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd omtrent de modaliteiten voor de toepassing van het belastingkrediet in toepassing van NAR-cao nr. 164. De onderstaande informatie heeft dus geen betrekking op het belastingkrediet bij een vrijwillige verhoging van de fietsvergoeding.
De belastingplichtige die aanspraak maakt op het belastingkrediet voor de fietsvergoeding toegekend in toepassing van NAR-cao nr. 164, stelt een document op met daarin de volgende gegevens:
- het bedrag van de referentiekilometervergoeding toegekend op 1 juli 2022 (indien er geen vrijwillige fietsvergoeding o.b.v. het arbeidsreglement of individuele overeenkomst werd toegekend, is de referentiefietsvergoeding in principe 0);
- het aantal afgelegde kilometers waarvoor in het betrokken belastbare tijdperk een fietsvergoeding voor woon-werkverplaatsingen werd toegekend in toepassing van NAR-cao nr. 164. Desgevallend opgesplitst per kalenderjaar waarin de kilometers werden afgelegd, met vermelding van het kalenderjaar, desgevallend de kalenderjaren, waarin deze kilometers werden afgelegd;
- een bevestiging van de belastingplichtige dat de verhoging van de fietsvergoeding niet door derden wordt vergoed.
De belastingplichtige voegt het document met bovenstaande informatie in bijlage toe aan zijn belastingaangifte.
Voor meer informatie over het belastingkrediet, neem je best contact op met je boekhouder.
Bijkomend voorziet het koninklijk besluit ook nog in enkele voorbeelden omtrent de berekening van het belastingkrediet. Hieronder kan je één van deze voorbeelden terugvinden:
“Een werkgever voor wie het belastbare tijdperk samenvalt met het kalenderjaar, stelt in 2023 twee werknemers te werk die hun woon-werkverkeer met de fiets afleggen. Werknemer A woont op 10 kilometer van de plaats van tewerkstelling. Werknemer B woont op 20 kilometer van de plaats van tewerkstelling. De werkgever betaalde op 1 juli 2022 nog geen fietskilometervergoedingen. Na de inwerkingtreding van NAR-cao nr. 164 betaalt de werkgever fietsvergoedingen in toepassing van die cao.
De werkgever betaalt tijdens het belastbare tijdperk 2023 fietskilometervergoedingen voor volgende woon-werkverplaatsingen, afgelegd tussen 1 mei 2023 en 31 december 2023:
- werknemer A: 140 enkele verplaatsingen;
- werknemer B: 60 enkele verplaatsingen.
De werkgever vermeldt minstens volgende gegevens op het document voor aanslagjaar 2024:
“Referentiefietskilometervergoeding: geen vergoeding.
Aantal kilometer waarvoor in het belastbare tijdperk een vergoeding werd uitbetaald voor verplaatsingen in 2023: 2.600 kilometer.
De verhoging van de fietskilometervergoeding uitbetaald voor de bovenvermelde kilometers werd niet door derden vergoed.””
Bron: Koninklijk besluit van 7 januari 2023 tot vastlegging van de modaliteiten voor de toepassing van het belastingkrediet voor de fietskilometervergoeding toegekend in toepassing van NAR-cao nr. 164, BS 12 januari 2024.