In haar ambitieuze plan om de arbeidsmarkt, de fiscaliteit, de pensioenen, enz. grondig te hervormen, heeft de ministerraad op 12 december 2025 een aantal wetsontwerpen in tweede lezing goedgekeurd. Deze goedkeuring is één van de laatste stappen in het wetgevend proces. Rest alleen nog de ondertekening door de Koning en de publicatie in het Belgisch Staatsblad. De meeste maatregelen treden in werking op 1 januari 2026.
Modernisering van het arbeidsrecht
Dit ontwerp voorziet onder meer de volgende bepalingen:
- de versoepelingen op het vlak van de arbeidsreglementen;
- de opheffening van de minimale wekelijkse arbeidsduur;
- nachtarbeid;
- de beperking van de maximale duur van de opzeggingstermijn;
- uitzendarbeid;
- de wijziging van verschillende bepalingen inzake de collectieve arbeidsbetrekkingen.
Hervorming personenbelasting
Dit ontwerp groepeert een aantal maatregelen om tot een evenwichtig pakket te komen dat werken beter doet lonen. Het wordt aangevuld met een aantal maatregelen die bestaande fiscale regelingen vereenvoudigen of die onduidelijkheden wegwerken. Het gaat o.a. om:
- de geleidelijke verhoging van de belastingvrije som;
- een hervorming van de toeslagen op de belastingvrije som, in het voordeel van de toeslag voor het eerste kind ten laste;
- een heffing van 33% voor gepensioneerden die blijven werken na hun pensioen;
- een uitbreiding van het stelsel van de auteursrechten naar digitale beroepen;
- een verlaging van de bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid, waarbij deze ‘single-proof’ wordt gemaakt. Voor een alleenstaande betekent dit maximaal € 350 extra netto per jaar;
- een verhoging van de werkbonus, vooral in het voordeel van de laagste lonen.
Pensioenhervorming
De pensioenhervorming zal de band tussen effectieve arbeidsprestaties en de opbouw van pensioenrechten versterken en op die manier langer werken aanmoedigen. De verschillende pensioenstelsels (werknemers, zelfstandigen en ambtenaren) worden verder geharmoniseerd. Zo wordt er een nieuwe extra vervroegingsmogelijkheid ingevoerd na een lange effectief gewerkte loopbaan vanaf de leeftijd van 60 jaar met een loopbaan van 42 jaar waarbij elk loopbaanjaar minstens 234 effectief gewerkte dagen telt.
Bron: www.news.belgium.be