Heel wat ondernemingen hebben de voorbije jaren een tijdelijke toelating bekomen om hun bedienden economisch werkloos te stellen op basis van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 172 van de NAR. Deze NAR-cao nr. 172 voorziet in een eenvoudige procedure voor bedrijven die gebruik willen maken van economische werkloosheid voor de bedienden.
Cao nr. 172 loopt echter af op 30 juni 2025 en dus eindigen ook de goedkeuringen die op basis van deze cao bij de RVA werden aangevraagd op 30 juni 2025. De informatie die momenteel beschikbaar is, geeft ons helaas geen informatie over een mogelijke verlenging of een nieuwe NAR-cao over economische werkloosheid voor bedienden.
Ondernemingen die ook na 30 juni 2025 nog verder gebruik willen kunnen maken van het stelsel van economische werkloosheid voor bedienden, onderzoeken daarom best of zij de klassieke, uitgebreidere procedure kunnen volgen om een nieuwe toelating voor economische werkloosheid voor bedienden te bekomen. Hiervoor moet er onder meer een ondernemingsplan ingediend worden bij de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. Dit kan echter alleen indien de onderneming als zgn. “onderneming in moeilijkheden” kan worden beschouwd.
Een onderneming in moeilijkheden is een onderneming die beantwoordt aan één van de volgende criteria:
- hetzij een daling van minimum 10% van de omzet, productie of bestellingen volgens de btw-aangifte of, als jouw onderneming niet btw-plichtig is, volgens andere bewijsstukken;
- hetzij een graad van tijdelijke werkloosheid wegens werkgebrek voor arbeiders van minstens 10%;
- hetzij door de minister van Werk erkend zijn als onderneming in moeilijkheden, op basis van onvoorziene omstandigheden die op korte termijn een substantiële daling van de omzet, de productie of het aantal bestellingen tot gevolg hebben.
De meeste ondernemingen gebruiken het criterium van de omzetdaling van 10%. Het bewijs hiervan wordt geleverd aan de hand van de btw-aangiften met ontvangstbewijs.
De omzet van het refertekwartaal moet minstens 10% lager zijn dan de omzet van het corresponderend kwartaal in de referentieperiode. Het refertekwartaal stemt overeen met één van de vier kwartalen voorafgaand aan de refertedatum (= de voorziene datum van de eerste kennisgeving van de economische werkloosheid bedienden). De referentieperiode is één van de twee kalenderjaren die de aanvraag voorafgaat.
Concreet betekent dit het volgende:
Het 1ste kwartaal van 2025 is nu het meest recent ingediende kwartaal voor de btw. Als je dit kwartaal als refertekwartaal neemt, dan moet de omzet minstens 10% lager zijn dan de omzet van het 1ste kwartaal 2023 of het 1ste kwartaal 2024. Je mag ook het 2de, 3de of 4de kwartaal 2024 als refertekwartaal nemen. De omzet van dat refertekwartaal moet dan minstens 10% lager zijn dan de omzet van het 2de, 3de of 4de kwartaal 2023.
Wanneer binnenkort de btw-aangifte van het 2de kwartaal van 2025 definitief is ingediend, zal de vergelijking starten op basis van het 2de kwartaal 2025 en moet de omzet minstens 10% lager zijn in vergelijking met het 2de kwartaal van 2024 of het 2de kwartaal van 2023.