De vergoedingen die in de periode van 15 maart 2020 tot en met 31 december 2020 door gewesten, gemeenschappen, provincies of gemeenten toegekend worden aan belastingplichtigen die slachtoffer zijn van de economische gevolgen ten gevolge van de coronamaatregelen die de regering nam, worden vrijgesteld van inkomstenbelasting.
De vrijstelling is enkel van toepassing onder de volgende voorwaarden:
- de vergoeding vormt geen directe of indirecte vergoeding in ruil voor de levering van goederen of de prestatie van diensten;
- de regeling op grond waarvan de vergoeding toegekend is, bepaalt uitdrukkelijk dat de vergoeding toegekend is met als doel om het hoofd te bieden aan de rechtstreekse of onrechtstreekse economische of sociale gevolgen van de COVID-19-pandemie;
- de vergoeding wordt betaald of toegekend tussen 15 maart 2020 en 31 december 2020.
Dit betekent dat de eenmalige forfaitaire vergoeding van € 202,68 die door de Vlaamse overheid toegekend wordt aan werknemers die tussen 20 maart 2020 en 17 juli 2020 tijdelijk werkloos zijn door de coronacrisis, niet belast zal worden.
Ook de Vlaamse en Brusselse hinderpremies van € 4.000 of de Waalse hinderpremies van € 5.000 ten voordele van ondernemingen worden vrijgesteld van belastingen.
Bron: Wet dd. 29 mei 2020 houdende diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van de COVID-19-pandemie, B.S. 11 juni 2020.